De term deep throat - voor een informant die geheim wil blijven - kreeg bekendheid door het Watergate-schandaal. Deep Throat (met hoofdletters) was een van de hoofdpersonen in de Watergate-affaire. In 1973 begonnen de journalisten Carl Bernstein en Bob Woodward van de Washington Post daarover feiten te verzamelen. Woodwards belangrijkste informant was een man die hij nooit te zien kreeg maar alleen kon aanhoren: Deep Throat. Volgens de Washington Post van 13 juni 1997 was de naam een bedenksel van de managing editor, Howard Simmons. Deze had zich laten inspireren door de titel van de pornofilm Deep throat (1972), waarin Linda Lovelace - behept met een heel bijzondere afwijking: een clitoris in haar keel - met groot welbehagen een man pijpt. De overeenkomst tussen beide zaken zal de heimelijkheid zijn geweest, en het feit dat alles zich afspeelde op achteraflocaties. Nog altijd weten slechts vier personen op onze planeet wie de Watergate-informant was: het journalistenduo, hoofdredacteur Ben Bradlee en uiteraard Deep Throat zelf.
In een bericht over een Franse corruptiezaak schreef de Volkskrant enkele jaren geleden: ‘In TF1, un pouvoir [titel van een boek, RR] komt een deep throat voor die die Francis Bouygues [eigenaar van een Frans tv-net] goed kent, en zijn drijfveren blootlegt.’