Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie U
- uitweiden
- uitwendig
- uitwerken
- uitwerking
- uitwerpselen
- uitwijkeling
- uitwijken
- uitwijzen
- uitwisselen
- uitwissen
- uitwonen
- uitwonend
- uitworp
- uitwrijven
- uitwringen
- uitwuiven
- uitzaaien
- uitzaaiingen
- uitzakken
- uitzendbureau
- uitzenden
- uitzending
- uitzendkracht
- uitzet
- uitzetijzer
- uitzetten
- uitzettingscoëfficiënt
- uitzicht
- uitzichtloos
- uitzieken
- uitzien
- uitzingen
- uitzinnig
- uitzitten
- uitzoeken
- uitzonderen
- uitzondering
- uitzonderlijk
- uitzoomen
- uitzuigen
- uitzuiger
- uitzwaaien
- uitzwermen
- uitzweten
- uk
- UK
- ukelele
- ulcus
- ulevel
- ult.
- ulterieur
- ultiem
- ultimatum
- ultimo
- ultra-
- ultrabook
- ultrageluid
- ultramarijn
- ultrasoon
- ultraviolet
- umami
- umlaut
- umpire
- UMTS
- UN
- unaniem
- Unctad
- undercover
- underdog
- underperformer
- understatement
- Unesco
- unfair
- uni
- Unicef
- uniciteit
- unicum
- unie
- unief
- uniek
- Unifil
- uniform
- uniformeren
- uniformiteit
- unilateraal
- uniseks
- unisono
- unit
- unitair
- unitaristisch
- universeel
- universitair
- universiteit
- universum
- unmuten
- UNO
- unster
- unverfroren
- unzippen
- up-to-date
