Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie U
- uitlaatgas
- uitlaatklep
- uitlachen
- uitladen
- uitlaten
- uitlating
- uitleg
- uitleggen
- uitleiden
- uitlekken
- uitlenen
- uitlepelen
- uitleven
- uitleveren
- uitleveringsverdrag
- uitlezen
- uitlijnen
- uitloggen
- uitlokken
- uitloop
- uitlopen
- uitloper
- uitloten
- uitloven
- uitluiden
- uitmaken
- uitmelken
- uitmergelen
- uitmesten
- uitmeten
- uitmikken
- uitmonden
- uitmoorden
- uitmunten
- uitmuntend
- uitneembaar
- uitnemend
- uitnemendheid
- uitnodigen
- uitnodiging
- uitoefenen
- uitpakken
- uitpersen
- uitpikken
- uitpluizen
- uitpoetsen
- uitpraten
- uitprinten
- uitproberen
- uitproesten
- uitpuffen
- uitpuilen
- uitputten
- uitputting
- uitputtingsslag
- uitpuzzelen
- uitrafelen
- uitrazen
- uitreiken
- uitrekenen
- uitrekken
- uitrichten
- uitrijden
- uitrijzen
- uitrit
- uitroeien
- uitroep
- uitroepen
- uitroepteken
- uitroken
- uitrollen
- uitruimen
- uitrukken
- uitrusten
- uitrusting
- uitschakelen
- uitschakeling
- uitschateren
- uitscheiden
- uitschelden
- uitschieten
- uitschieter
- uitschijnen
- uitschot
- uitschreeuwen
- uitschrijven
- uitschudden
- uitschuiven
- uitschuiver
- uitslaan
- uitslag
- uitslapen
- uitsloven
- uitslover
- uitsluiten
- uitsluitend
- uitsluiting
- uitsluitsel
- uitsmeren
- uitsmijter