Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie P
- pleisterpil
- pleisterplaats
- pleisterwerk
- pleit
- pleitbezorger
- pleite
- pleiten
- pleitnota
- pleitrede
- pleitzaak
- plek
- plempen
- plenair
- plengen
- plens
- plensbui
- plenty
- plenzen
- pleonasme
- pletten
- pletter
- pleuren
- pleuris
- pleurislijer
- pleuritis
- plevier
- plexiglas®
- plexus
- plezant
- plezier
- plezierboot
- plezieren
- plezierig
- plezierjacht
- plezierreis
- pleziervaart
- plicht
- plichtbewust
- plichtmatig
- plichtpleging
- plichtsbesef
- plichtsbetrachting
- plichtsgetrouw
- plichtsverzuim
- plint
- plissé
- plm.
- PLO
- ploeg
- ploegbaas
- ploegen
- ploegendienst
- ploegleider
- ploert
- ploertendoder
- ploeteren
- plof
- ploffen
- plofkip
- plofkoffer
- plofkraak
- plomberen
- plomp
- plompverloren
- plons
- plonsbad
- plonzen
- plooi
- plooibaar
- plooien
- plooifiets
- plooirok
- ploos
- plopper
- plot
- plots
- plotseling
- plotsklaps
- plotten
- plotter
- plozen
- plu
- pluche
- pluchen
- plug
- plug-and-play
- plug-in
- pluggen
- pluim
- pluimage
- pluimbal
- pluimen
- pluimgewicht
- pluimstrijkerij
- pluimvee
- pluis
- pluizen
- pluizig
- pluk
- pluk-ze-wetgeving
