Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie H
- hengelaar
- hengelen
- hengsel
- hengst
- hengsten
- henna
- hennep
- hens
- hepatitis
- her
- herademen
- heraldiek
- heraut
- herbarium
- herberg
- herbergen
- herbergier
- herbicide
- herbivoor
- herboren
- herbouwen
- herbronning
- herdenken
- herder
- herderin
- herderlijk
- herdershond
- herderstasje
- herdruk
- Here
- hereditair
- heremiet
- heremijntijd
- herenakkoord
- herenboer
- herendubbel
- herenenkel
- herenhuis
- herenigen
- herenliefde
- heresie
- herexamen
- herfst
- herfstdraad
- herfstig
- herfstmaand
- herfsttijloos
- herfstvakantie
- hergebruik
- hergebruiken
- hergroeperen
- herhaald
- herhaaldelijk
- herhalen
- herindelen
- herinneren
- herinnering
- herintreden
- herkansen
- herkansing
- herkauwen
- herkauwer
- herkennen
- herkenningsmelodie
- herkenningsteken
- herkeuren
- herkiesbaar
- herkomst
- herleiden
- herleven
- herlezen
- hermafrodiet
- hermelijn
- hermelijnvlinder
- hermeneutiek
- hermetisch
- hermitage
- hernemen
- hernia
- hernieuwbaar
- hernieuwen
- heroïek
- heroïne
- heroïnehoer
- heroïsch
- heroïsme
- heropenen
- heroveren
- heroverwegen
- herpakken
- herpes
- herrie
- herriemaker
- herrijzen
- herroepen
- herscheppen
- herschrijven
- hersenbloeding
- hersenbreker
- hersendood
