Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie G
- gemaskerd
- gematigd
- gember
- gemeden
- gemeen
- gemeend
- gemeengoed
- gemeenheid
- gemeenlijk
- gemeenplaats
- gemeenrechtelijk
- gemeenschap
- gemeenschappelijk
- gemeenschapsaangelegenheid
- gemeenschapscommissie
- gemeenschapsgeld
- gemeenschapshuis
- gemeenschapsonderwijs
- gemeenschapsschool
- gemeenschapszin
- gemeente
- gemeentehuis
- gemeentelijk
- gemeenteontvanger
- gemeentepils
- gemeenteraad
- gemeentereiniging
- gemeenteverordening
- gemeentewerken
- gemeentewet
- gemeenzaam
- gemeier
- gemêleerd
- gemelijk
- gemenebest
- gemenerik
- gemengd
- gemeten
- gemeubileerd
- gemiddeld
- gemiddelde
- gemier
- gemis
- gemodereerd
- gemoed
- gemoedelijk
- gemoedsaandoening
- gemoedsrust
- gemoeid
- gemoeten
- gemogen
- gemolken
- gemor
- gemotiveerd
- gemotoriseerd
- gems
- gemunt
- gemutst
- gen
- gen.
- Gen.
- genaamd
- genade
- genadebrood
- genadeloos
- genadeschot
- genadeslag
- genadig
- genaken
- gênant
- genas
- genazen
- gendarme
- gendarmerie
- gender
- genderkliniek
- genderneutraal
- genderstudies
- gene
- gêne
- genealogie
- geneesheer
- geneesheer-directeur
- geneeskracht
- geneeskrachtig
- geneeskunde
- geneeskunst
- geneesmiddel
- geneeswijze
- genegen
- genegenheid
- geneigd
- geneigdheid
- genenbank
- genenpaspoort
- genepen
- generaal
- generalisatie
- generaliseren
- generalist