Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie G
- gelijk
- gelijkaardig
- gelijkbenig
- gelijke
- gelijkelijk
- gelijken
- gelijkenis
- gelijkgerechtigd
- gelijkgestemd
- gelijkgezind
- gelijkhebberig
- gelijkheid
- gelijklopen
- gelijkluidend
- gelijkmaker
- gelijkmatig
- gelijkmoedig
- gelijknamig
- gelijkrichter
- gelijkschakelen
- gelijkslachtig
- gelijksoortig
- gelijkspel
- gelijkspelen
- gelijkstaan
- gelijkstellen
- gelijkstroom
- gelijkteken
- gelijktijdig
- gelijkvloers
- gelijkvormig
- gelijkvormigheidsattest
- gelijkwaardig
- gelijkzetten
- gelijkzijdig
- gelijnd
- gelikt
- gelinieerd
- gelobd
- gelofte
- gelogen
- gelood
- geloof
- geloofsartikel
- geloofsbelijdenis
- geloofsbrieven
- geloofsgenoot
- geloofsovertuiging
- geloofwaardig
- gelopen
- geloven
- gelovig
- gelovige
- gelui
- geluid
- geluiddempend
- geluiddicht
- geluidloos
- geluidsband
- geluidsbarrière
- geluidsbehang
- geluidsbox
- geluidsbron
- geluidsdrager
- geluidsfilm
- geluidshinder
- geluidsinstallatie
- geluidsmuur
- geluidsscherm
- geluidswagen
- geluidswal
- geluimd
- geluk
- gelukje
- gelukken
- gelukkig
- gelukspoppetje
- gelukstreffer
- geluksvogel
- gelukwens
- gelukwensen
- gelukzalig
- gelukzoeker
- gelul
- gemaakt
- gemaal
- gemaald
- gemachtigde
- gemak
- gemakkelijk
- gemakkelijkheidsoplossing
- gemakshalve
- gemaksvoeding
- gemakzucht
- gemakzuchtig
- gemalen
- gemalin
- gemaniëreerd
- gemankeerd
- gemarmerd
