iemand -
hem of haar in de maling nemen, belazeren. Volgens Endt en Frerichs ook wel in positieve zin: ‘helpen’, en dan aansluitend bij zijn slinger hebben. De auteurs geven nog volgend voorbeeld: ‘ze heeft hem altijd gered en geslingerd’. Deze Bargoense uitdr. komt volgens Huizinga al voor bij Huygens. Vandaar: iemand erdoor slingeren ‘iemand voor de gek houden’. Een slingeraar is een ‘bedrieger’. Zie ook op de slingervaart nemen en uitgeslingerd.
Dus zat ik meestal in de wachtkamer en kon de boel goed bekijken hoe meneertje werd geslingerd door de anderen. (Haring Arie: Recht voor z’n Raap, 1972)
... de dronken mannetjes die geslingerd werden en leeggepeesd door bijdehandte hoeren... (Haring Arie: De Sarkast, 1989)
Kijk, ik heb in de 13 jaar dat ik dit doe een soort van vertrouwenspositie opgebouwd. Ze weten dat ik het allemaal netjes doe. Ze weten de prijs en daar houden wij ons aan. Ze worden niet geslingerd. (Playboy, oktober 1986)
