Gepubliceerd op 21-06-2017

Pik (pikkie)

betekenis & definitie

zie ook een goudenlul/piemel/pik hebben-, suiker aan zijn pik hebben.

1 achter zijn - aanlopen,voortdurend achter de vrouwen zitten; enkel aan seks denken; dwangmatig zijn lusten najagen. Slanguitdr. Syn. zijn lui achternalopen.

Sex. ‘Veel energie gaat verloren door achter je pik aan te lopen.’ (Haagse Post, 21/11/87)

In het rood-in-het-donker zijn wij allen gelijk. Wij lopen niet alleen onze pikken achterna. (Oor, 17/12/88)

In het voorbijgaan draaiden automobilisten hun hoofden er haast af, als poppekoppen. Daar was Selma wel aan gewend. Allemaal achter hun pik aan. (Annemarie Oster: Nog even niet, uit: Intermagazine, januari/februari 1988)

‘En wat de publiciteitscampagne betreft,’ vervolgde de schrijfster, ‘doe je maar net alsof je je pik achterna gaat.’ (De Volkskrant, 18/01/92)

En dan komt er nog een belangrijke reden naar voren, waarom ze nooit een man heeft willen zijn: ‘een man loopt zijn hele leven achter zijn pik aan, hij moet zo nodig...’ (Opzij, februari 1995)

En er zijn nog veel meer vrouwen voor wie jij het levende bewijs was dat heus niet elke man achter z’n pik aanloopt. (Nieuwe Revu, 05/07/95)

2. bij/aan)de - grijpen/hebben/pakken/vatten,te grazen nemen. Soldatenslang. Ook ‘beduvelen’.

Ondertussen had die ouwe luizepooier ons klootzakken mooi aan de pik gehad. (Haring Arie: De Sarkast, 1989)

En dus heeft Madonna het goed gedaan, wordt er op Fifth Avenue gelachen en is de wereld flink bij de pik genomen. (Nieuwe Revu, 04/11/92)

3. fijnejofele vent. Informele uitdr. Onder prostituees is pikeen gewone aanspreekvorm. Meer algemeen is ouwepik.Onder jongeren is pikde laatste tijd opgekomen als scheldwoord voor een politieagent (van Engels slang pig ‘smeris’).

Fijne pik!... roept een vrouw. Zoo’n jas met tochtlatten staat maar netjes. (Justus van Maurik: Toen ik nog jong was, 1901)

4. iets aan je - hangen hebben,ergens mee opgezadeld zijn. Slanguitdr.

... toch kun je er op rekenen datje drie maanden lik aan je pik hebt hangen als ze je pakken... (De roerige wereld van Pistolen Paul, 1968)

5. met zijn -(kie) in het zand zitten,hulpeloos zijn; in een netelige situatie zitten; geen raad meer weten. Oorspr. soldatenslang, tegenw. meer algemeen ingeburgerd.

Met de pik in het zand zitten: geen raad meer weten. ‘Pik in ’t zand!’ - Verzoek/bevel om zich laag bij de grond voort te bewegen. Ook wel Ik wil drie sporen in het zand zien. (Henk Salleveldt: Het woordenboek van Jan Soldaat, 1978)

Amerika zit zwaar met z’n pik in het zand. Een vijand verliezen is erger dan een vriend kwijtraken. (Nieuwe Revu, 23/11/89)

Toen met het nieuwe team even ‘retraite in de rimboe’ gehouden, bij Nol in ’t Bos, watje noemt met je pik in ’t zand, niks te doen, kop en kont bij het werk. (Gregor Frenkel Frank: Patsers en prolur- ken, 1991)

Kwam ik daar vanavond, wist niemand ergens van, stond ik mooi met m’n pik in het zand... (J.A. Deelder: Jazz, 1992)

6. opzijn -getrapt,zich gekrenkt voelend. Deze slanguitdr. wordt eveneens gebruikt m.b.t. vrouwen. Vermeld door Reinsma 1984, maar al veel ouder (zie citaten). Syn. in zijn kuif gepikt.

... maar als er wat van een dief wordt gestolen is de persoon-in-kwestie zo vreselijk op z’n pikkie getrapt dat er meteen de pleuris op zo’n

zaal uitbreekt. (Haring Arie: Tweede Boek, 1969) ‘Heb ik je op je slaviese pik getrapt’, vroeg ik op goed geluk. (Hans Plomp: Brigadier Snuf rookt stuff, 1972)

En aan de andere kant zijn Koot en Bie nog steeds op hun pik getrapt. (Simon Carmiggelt: De avond valt, 1980)

Fortuinlijke dames op hun pik getrapt. (Preview, maart/april 1988)

Rinus kijkt zowaar op zijn pik getrapt, verontwaardigd. (Bert Hiddema: Dubbele mandekking, 1988)

... de op hun pik getrapte raadsleden. (Lennaert Nijgh: Stad van Hout, 1989)

En ook Jos de Putter van het ‘Nieuwsblad van het Noorden’ voelt zich op de pik getrapt. (Opzij, januari 1991)

7. - omhoog,scheldwoord onder jongeren voor een macho. Jaren tachtig.
8. zijn - wel kunnen natmaken,zich kunnen schrapzetten, voorbereiden op iets. Informele variant van zijn borst natmaken.

Attenooie, de kraker die die man morgen als advocaat heeft kan z’n pik wel natmaken. (De roerige wereld van Pistolen Paul, 1968)

< >