onder sportlui bet. deze uitdr. ‘uitgeput, uitgeblusti. Ontstaan onder invloed van Amerikaans-Engels burnt-out,het verleden deelwoord van to burn out,dat in dezelfde zin gebruikt wordt. Tegenw. meer algemeen. Het image van Lubbers c.s. heeft forse butsen opgelopen; het kabinet lijkt opgebrand. (Elsevier, 28/05/88)
Als je zijn geestelijke toestand buiten beschouwing laat, is hij lichamelijk overigens niet ziek.
Hij is gewoon opgebrand, zullen we maar zeggen. (Vrij Nederland, 23/06/90)
Ik was 31, niet opgebrand, voelde me jong. (De Volkskrant, 08/06/91)