Gepubliceerd op 21-06-2017

Lord wanhoop

betekenis & definitie

spottende ben. voor een onhandig iemand; een meelijwekkend figuur; een ridder van de droevige figuur. Ontstaan in het studentenslang van de jaren veertig.

Kom binnen, lord Wanhoop! (Piet Bakker: Cis de Man, 1947)

Lord wanhoop met z’n meid, schreeuwde hij. (Jan Wolkers: Kort Amerikaans, 1962)

Toch nam ik het mee en toen ik het een jaar later’s avonds opdeed riepen de Leidse jongens op de stationsweg ‘Lord Wanhoop’ zodat ik met een rood hoofd verder liep. (Jan Wolkers: Terug naar Oegst- geest, 1965)

Alsof ze een drol ziet liggen, glijdt jouw naam over haar lippen. Je hebt je hand overspeeld. Je arm blijft liggen, dat mag dus, maar het stelt niets meer voor. Lord Wanhoop, dat ben je. (Nieuwe Revu, 20/12/95)

< >