spottende slangbenamingen voor een afgelegen gehucht, een negorij.
Er bestaan talrijke varianten. Zie ook Kutjepoep.
Vandaag Kutkrabberveen, morgen Detroit. (Oor, 24/02/90)
Als je geen platen maakt, kun je niet meer optreden. Ja, in zaal X in Kutjekrabberveen, maar niet verder. (Nieuwe Revu, 18/10/90)
Als het boek bij Jan Likmelul in Kutkrabbeveen wordt uitgegeven dan kun je er zeker van zijn dat je door de kritiek neergesabeld wordt... (Nieuwe Revu, 14/11/91)
Als bandjes voor de tweede keer in Kut-Op-Krab- bedijk spelen, dan zeggen ze: ‘We moeten alweer naar Kut-Op-Krabbedijk.’ (Oor, 09/01/93)
Ik zou jullie eens wat willen vragen: zouden jullie echt liever je leven lang aftreksommetjes maken in Kut op Krabbedeel, dan je nek uitsteken en gewoon met een nicht in zee gaan? (HP/De Tijd, 16/04/93)