Gepubliceerd op 21-06-2017

Attenoje/adenooi/attenojeleheine/atte- nooielijne

betekenis & definitie

uitroep van verbazing: hemel!; zeg es!; kijk nou toch eens! Al opgenomen door Koster Henke. Het gaat hier om verbasteringen van adonai,het Hebreeuwse woord voor ‘heer’ dat gebruikt wordt om de heilige naam van God, Jahwe,te vermijden, en van Hebreeuws AdonaiEloheinu‘mijn Heer en mijn God’. Beide laatste vormen komen veel voor te Rotterdam; de klemtoon ligt op -nooie.Ook als addenommeleheine.Het Bargoens kent nog andere vormen, zoals oddeleheinu; oddenommele; ottelenojeheine.

Addenom, we motte nog èffe ’n lolletje belééwe! (Israël Querido: Levensgang, 1901)

‘Motje daar mee gaan vare?!,’ vroeg ik aan me ome Toon. ‘Met die rare poeptrommel?!... Adenooiü Ik liet me nog liever als muiter oppikke en in de lik sluite...’ (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar, 1935)

Attenooi, zie ik zo bleek? Wil je mij dollen? (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. Tweede Boek, 1966)

Spanje, attenoojeleheine, wat tref je daar een stelletje viespeuken en zwendelaars. (De roerige wereld van Pistolen Paul, 1968)

... en attenojeleheine - als ik mijn jas wil aantrekken en in de zakken voel naar sleuteltjes, blijkt dat het schorem een onsmakelijkheid heeft uitgehaald. (Ben Borgart: Blauwe nachten, 1978) Attenojeleheine denk je dan bij jezelf, beter één halve aap in de hand dan tien in de lucht. (Ben Borgart: Levende Cargo, 1983)

Goed, ik doe haar trui omhoog... hééft ze toch een stel tieten... attenooie! (Theodor Holman: Een lekker leven, 1986)

Ze zaten te kijken of ze water zagen branden. En dat zagen ze waarschijnlijk ook. Addenooie! (J.A. Deelder: Drukke dagen, 1988)

< >