Groot houten strijkinstrument, gebruikt voor de laagste strijkstem. Wordt in 1585 door Linarol in Padua (Italië) ontwikkeld uit de gamba en de violine.
De huidige viersnarige, in kwarten gestemde bas dateert van het eind van de 18e eeuw. De contrabas wordt bespeeld met een strijkstok of met de vingers van de rechterhand (pizzicato). Deze laatste speelwijze maakt vooral opgang in de jazz en de lichte muziek. In de vroege jaren vijftig wordt in de Amerikaanse danscafés een nieuwe speelwijze ontwikkeld: het slappen. Daarbij wordt tegelijkertijd de snaar geraakt en op de hals geslagen. Dit geeft een stuwend ritmisch effect, dat de basis vormde voor de rockabilly-muziek. Belangrijk nadeel van de contrabas in de popmuziek is het geringe volume van het instrument. Pogingen om het instrument met elementen te versterker lopen stuk op de grote klankkast, waardoor het element snel gaat rondzingen. Dit inspireerde Leo Fender tot het ontwikkelen van de basgitaar in het midden van de jaren vijftig. Sindsdien wordt de contrabas nog slechts incidenteel gebruikt, meestal in een akoestische setting. Bekende bespelers van de contrabas in de popmuziek zijn Bill Black (de bassist van Elvis Presley), Lee Rocker (Stray Cats) en Joke Geeraets (Nits). Bekend gelegenheidsgebruiker van het instrument is Sting.
Zie ook Basgitaar, Fender, Rockabilly