(Lat., koek), nageboorte, moederkoek; ook andere voorwerpen van platte gedaante (zie P. sanguinis, P. febrilis). P. annularis, = P. zonaria. P. circumvallata (Lat., omwald), p. met een hoogeren ring van fibrine; is de ring vlakker, dan spreekt men van placenta marginata (zie ald.). P. diffusa (Lat., verspreid), het gelijkmatig met kleine vlokjes bezette chorion der varkens. P. dimidiata s. bipartita (Lat.,in tweeën gedeeld), dubbele placenta, waarbij de chorionvlokken zich op twee afzonderlijke plaatsen ontwikkelen. P. discoidea, schijfvormige p. (bij den mensch, de apen, knaagdieren, insectenetende en handvleugelige dieren). P. febrilis, koortskoek; zie Crusta inflammatoria. P. foetalis, het door het chorion geleverde foetale gedeelte der placenta, vgl. P. uterina. P. marginata
(Lat.), gerande placenta, met een witten fibrinering aan de foetale zijde, daar waar de vliezen zijn aangehecht (zie P. circumvallata). P. membranacea (Lat.), vliezige p., door druk verdunde of met korte slecht ontwikkelde chorionvlokken bezette moederkoek. P. praevia (praevius, voorafgaand), vóórliggende moederkoek; op den inwendigen baarmoedermond liggende placenta, die dezen òf geheel bedekt (p. p. centralis) òf ten deele (p. p. lateralis). P. pseudomarginata (Robert Meyer), placenta marginata bij extramembraneuse (zie ald.) zwangerschap. P. sanguinis, bloedkoek; de laag vezelstof, die zich in stollend bloed vormt en de gevormde elementen bevat. P. spuria (spurius, onecht), ontwikkeling van vlokken buiten het bereik der decidua serotina, zonder dat tusschen de vlokken en de decidua vera een vaatverbinding tot stand komt; is dit wel het geval, dan worden de stukjes placenta, die zich buiten de eigenlijke placenta vormen P. succenturiata = bijplacenta genoemd. P. uterina, het deel der placenta, dat van de baarmoeder afkomstig is (vgl. P. foetalis). P. velamentosa (velamentum, doek: hier vlies), P., waarbij de navelstreng zich aan den rand, als ’t ware op de vliezen heeft vastgehecht. P. zonaria (ζώνη, gordel), de gordelvormige placenta der zonoplacentalia (carnivora, proboscida, lammingia, pinnipedia).