Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 19-04-2022

Contractuur

betekenis & definitie

1. onwillekeurige blijvende verkorting of samentrekking van een spier, veroorzaakt door ziekte van spieren (myopathische C.) of zenuwen (neuropathische) of door een blijvenden verkeerden stand van deelen van het geraamte. Een C. kan zijn: actief, spastisch, door te sterke prikkeling van de spieren door de zenuwen, en passief, door schrompeling van spieren. 2. blijvende verkorting van andere weeke deelen. 3. een door deze beide vormen van C. veroorzaakte verkeerde stand van een gewricht, die dus kan berusten op verkorting van spieren, de huid, pezen, banden en peesbladen, of gewrichtsziekte (myogene C., dermatogene C. (litteeken C.), tendogene C., desmogene C., arthrogene C.; vgl. Ankylose. Contracture des nourrices (Fr. Trousseau), tetanie bij zoogende vrouwen. Contractura palmaris, verkromming der vingers, langzaam toenemende buigingscontractuur van één of meer vingers, meestal het eerst den wijs- en ringvinger, in het gewricht met het middelhandsbeen, doordat de fascia palmaris door ontsteking meer en meer schrompelt, vooral bij oudere personen. Het eerst door Dupuytren beschreven en verklaard. Syn. C. van Dupuytren, Curvatura digitorum, Crispatura tendinum.

< >