Gepubliceerd op 21-02-2019

Theodoor van hoijtema

betekenis & definitie

Theodoor van Hoijtema (‘Theo’) geb. Den Haag 18 december 1863, overl. Den Haag 28 augustus 1917. Woonde en werkte in Leiden, Delft, Amsterdam, Rijswijk (Z.H.) 1890-1891, Loosduinen tot 1894, Voorburg tot 1898, Hilversum na 1898, Amsterdam, Londen 1905, Rijngeest 19051906, Voorburg, Den Haag (tijdelijk Texel).

Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag. Schilderde, maar was vooral aquarellist en tekenaar van dieren en planten. Bekend zijn de kalenders (gelithografeerd). Heeft ook geëtst en was tevens kunstnijveraar. Bijzonder goede tekenaar en lithograaf van vogels. Is een tijdlang tekenaar geweest aan het Zoölogisch Museum te Leiden.

Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan jkvr. E. H. J. van Eysinga, jhr A. E. Humalda van Eysinga, M. Cramer, Th. F. Goedvrind, Th. G. Meissner en raadgevingen aan G. Knuttel. Signeerde: Theo van Hoytema.

Tentoonstellingen Amsterdam, Arnhem en Den Haag: bosstudies; aquarellen, t.w. witte kalkoenen en slapende vogels: een pauw; uilen (tekening); lente (aquarel); enz. Tentoonstelling Haags Gemeentemuseum (cat. 22-12-’5331-1-’54). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam; de terugkomst van de ooievaar. Haags Gemeentemuseum: condor; oude boerderij. 1892. Dordrechts Museum: konijntjes (lithografie).

Centraal Museum Utrecht: kalkoenen. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: 4 tekeningen. Elsevier XXXVIII. 1909 (R. W .P. de Vries jr. blz. 1-11); dr G. Knuttel, ‘Theo van Hoytema', Den Haag, 1953; Luns; Plasschaert: Van Hall I en II; Waller.

< >