Johanna Laura Bouman (‘Jo’) geb. Amsterdam 6 april 1886. Woonde en werkte in Amsterdam, Laren (N.H.), Blaricum, Bloemendaal tot 1934, Amsterdam 1934-1940; sinds 1940 in Amersfoort.
Weduwe van H. J. Kruyder. Leerlinge van de Rijksakademie te Amsterdam (1904-1908) o.l.v. A. Allebé, C. L. Dake en N. van der Waay, daarna leerlinge van de Kunstnijverheidsschool te Haarlem (1909-1912) o.l.v. J. J. C. Lebeau en F. T. Grabijn. Behaalde M.O. tekenen en heeft van 1912-1916 les gegeven op de Dagtekenschool voor Kunstambachten te Amsterdam.
Schildert, aquarelleert, tekent (pastel) en etst landschappen, exotische landschappen, bloemen, portretten (w.o. zelfportretten), composities met aquarium-motieven enz. Heeft ook kinderboeken geïllustreerd. Was lid van ‘De Onafhankelijken’ te Amsterdam, is thans lid van ‘De Ploeg’ en het Amersfoorts Kunstenaars Genootschap.
Mak van Waay; Van Hall I; Waller.