Gepubliceerd op 14-02-2019

Hendrik adriaan van der wal

betekenis & definitie

Hendrik Adriaan van der Wal geb. Amsterdam 29 juni 1882, overl. Amsterdam 8 augustus 1963.

Woonde en werkte aldaar, reisde dikwijls naar Zuid-Frankrijk (Menton, Nice, Cagnes, enz.). Was leerling van de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijs te Amsterdam (behaalde de akte M.O. tekenen) 1899-1901 en van de Rijksakademie aldaar (1902-1906) o.l.v. A. Allebé, A. J. Derkinderen, N. van der Waay en P. Dupont. Heeft op het bureau van Ed. Cuijpers gewerkt en was sinds 1903 leraar aan het Instituut voor Kunstnijverheid.

Schilderde, tekende en etste portretten, figuren, later meer landschappen (polders, meertjes, ook havengezichten) en landschappen en stadsgezichten uit Zuid-Frankrijk, heeft ook stillevens geschilderd; in naturalistische trant. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’, ‘St. Lucas’ (sinds 1929 sekretaris) en van ‘De Brug’ te Amsterdam.

Gaf les aan J. Batterman, E. E. A. L. Boom, J. P. Bosch, W. F. ten Broek, L. M. Collard, J. Dijk, J. C. Heeck, M. J. A. Korff, J. A. Maréchal, M. J. C. Ottenhof, B. J. Schreinders, F. Sieger jr, A. B. W. Sonneveldt, P. H. Spijker, B. J. van Tongeren, E. H. A. Warnders, B. van Wijk.

Tent. ‘Arti et Amicitiae’ A'dam (cat. 1951).

Luns; Mak van Waay; Waller.

< >