Hendrik Adriaan Christiaan Dekker geb. Amsterdam 28 september 1836, overl. Laag Soeren 11 mei 1905.
Woonde en werkte in Amsterdam. Leerling van J. W. Kaiser, van de Rijksakademie te Amsterdam (1851) en van Ch. Rochussen.
Aanvankelijk tekende en graveerde hij; later ging hij lithograferen en vooral schilderen, exterieurs met figuren, portretten en stadsgezichten met figuren. Was lid van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag en van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan R. Dekker en M. A. A. Schweistal.
Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 18581892: zelfportret en diverse tekeningen; litho’s naar Jozef lsraëls; aquarellen, o.a. een kinderkopje; schilderijen; figuren bij een waterput; landschap met boerenwoning, waarbij figuren; enz.
Teylers Stichting Haarlem: Nieuwe Markt te Amsterdam (H. A. C. Dekker f. 77). Rijksprentenkabinet Amsterdam: enige tekeningen. Frans Halsmuseum Haarlem: souvenirs.
Elsevier 1904 (XXVII, P. A. Haaxman jr); Kunstkronijk 1860 t/m 1869; Luns; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller; Wurzbach.