Zwenkgrassen - een voor de cultuur belangrijke groep van grassen. Er behooren o. a. toe rijzig of rietachtig zwenkgras (Festuca arundinacea), het beemdlangbloem (F. pratensis), het rood z. (F. rubra), het hard z. (F. duriuscula) en het schapen z. (F. ovina). Verreweg het belangrijkste is het beemdlangbloem, een bovengras, dat vooral thuis behoort op vochthoudende, humusrijke, vruchtbare gronden. In een zaadmengsel op zulke gronden mag het nimmer ontbreken.
Het rijzig z., grover dan het vorige, groeit uitstekend zelfs nog op moerassige gronden. Het rood z. is een overblijvend ondergras, meer weidedan maaigras. Op de betere grondsoorten levert het te weinig massa; op schrale gronden levert het nog bevredigend en helpt tot de vorming van een dichte zode. Het hard z. en het schapenz. hebben alleen eenige beteekenis op droge, schrale gronden, welke overigens voor grasland weinig geschikt zijn.