Ziekteverzekering - Deze komt voornamelijk in twee vormen voor, n.l. in dien van verzekering van ziekengeld, ingeval van ziekte uit te keeren, en in dien van verzekering van geneeskundige behandeling in hetzelfde geval te verleenen.
Beide vormen kunnen elkander aanvullen. — Vooral in de kringen van arbeiders en kleine burgerij wordt z. gevonden. — Als verzekeraar treden soms op personen of lichamen, die daarmede winst beoogen. Meermalen wordt de verzekering echter ook door de belanghebbenden zelf of met een philantropisch doel ter hand genomen. Ook dragen sommige industrieele ondernemingen voor de verzekering harer werklieden zorg, terwijl geneeskundige hulp soms ook door vereenigingen van medici tegen betaling van een premie wordt verzekerd (een soort honoreering bij abonnement dus). — In sommige landen heeft de staat de z. der arbeiders ter hand genomen. Duitschland voerde reeds in 1883 een gedwongen verzekering in, waarbij de premie voor 2/3 ten laste der arbeiders, voor 1/3 ten laste van den werkgever werd gebracht.
Hier te lande werd tot invoering eener z. besloten bij de wet van 5 Juni 1913, Stb. 204, welke echter nog niet in werking is getreden. Zij houdt in gedwongen verzekering van ziekengeld (niet van geneeskundige behandeling) ten behoeve der arbeiders (artt. 16 en 17). Als regel bedraagt het ziekengeld 70 pCt. van het loon (art. 34). De premie wordt voor de helft door den arbeider, voor de wederhelft door den werkgever gedragen (art. 60). — Met het uitkeeren van ziekengeld en de inning der premies zijn belast ziekenkassen, onder toezicht der Raden van Arbeid (artt. 7 en 65). Ook bijzondere ziekenkassen kunnen worden toegelaten (artt. 90 en 91). — Ook op het gebied der verzekering van geneeskundige hulp, hoewel niet verplicht gesteld, kunnen particuliere fondsen, door de wet in tegenstelling met de ziekenkassen ziekenfondsen genaamd (in de praktijk dikwijls ook als bussen of bossen aangeduid) officieel worden erkend (art. 112).
Volgens art. 107 kunnen de Raden van Arbeid maatregelen nemen of bevorderen, welke strekken om ziekte van ingevolge de wet verzekerde personen te voorkomen of welke de geneeskundige behandeling ten goede komen. Het nemen van dergelijke maatregelen behoort ook tot de taak der Verzekeringsraden (art. 108). — De meer formeele zijde der z. is geregeld bij de Radenwet van 6 Juni 1913, Stb. 203.