Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Zarlino

betekenis & definitie

Zarlino - (Gioseffe), de groote Ital. muziektheoreticus, geboren 1517 in Chioggia (Venetië), overleden 1590 te Venetië. Z. was een leerling van Adr. Willaert, trad in 1537 in den geestelijken stand (Franciskaner) en werd in 1565, als opvolger van zijn medeleerling Cyprian de Rore, aangesteld als kapelmeester aan de Markuskerk. Van zijn — zeker talrijke composities is maar weinig bewaard gebleven (Riemann zegt, dat vele van zijn manuscripten uit de slecht beheerde kerkbibliotheek moeten gestolen zijn).

Zijn theoretische werken zijn Instituzioni harmoniche (1568); Demonstrazioni harmoniche (1671) en Sopplimenti musicale (1588). Het eerstgenoemde werk is vertaald geworden in ’t Fransch, Duitsch en Nederlandsch (door Sweelinck); die vertalingen zijn echter niet gedrukt. De voornaamste beteekenis van de theorieën van Z. ligt daarin : dat hij de verhoudingen der intervallen wetenschappelijk vaststelde. Zijn opvatting van den aard van het kleine terts-toongeslacht, later door Sauveur en Rameau overgenomen, is de grondslag voor de dualistische theorie van Riemann. Zie over Z. en zijn leer de artikelen over Z. in de Muziek-Lexica van MendelReissmann en van Riemann.

< >