Woeste (karel, graaf) - Belgisch staatsman, geboren in 1837 te Brussel, overl. aldaar in 1922, wiens vader een genaturaliseerd Westf aalsch Protestant was, terwijl zijn moeder een Fransche was, tot wier Roomsche geloof de zoon later overging. Hij begon op 21-jarigen leeftijd zijn loopbaan als advocaat bij het Hof van Beroep te Brussel en werd in 1874 afgevaardigd naar de Kamer, waar hij 48 jaar lang onafgebroken de leider was van de Katholieke partij en tot 1884 de oppositie voerde vooral tegen een liberale schoolwetgeving. In dat jaar behaalden de Katholieken bij de stembus een groote overwinning.
W. was nu zeer kort minister van justitie, moest, op verzoek des Konings, ontslag nemen; in 1891 werd hij benoemd tot minister van Staat en nam sindsdien, hoewel de Katholieke partij tot bij het uitbreken van den Wereldoorlog aan ’t bewind bleef, geen portefeuille meer aan, doch werd niet ten onrechte „la belle-mère des gouvernements” genoemd. Met hartstocht verzette hij zich tegen hervormingen als algemeen kiesrecht, persoonlijken dienstplicht en tegen de Vlaamsche beweging. Hij schreef o. a. Histoire du Kulturkampf en Suisse (1887); La Question militaire (1889); La Neutralité Beige (1891); Le Parti Catholique, ses succes, ses périls (1897); Echos des luttes contemporaines (1905).