Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Wittelsbach

betekenis & definitie

Wittelsbach - naam van een vorstengeslacht, dat in het begin der elfde eeuw voor het eerst voorkomt en dan in bezit is van de grafelijke waardigheid in Scheyern. In 1115 noemde het geslacht zich W., naar de burcht W. gelegen bij Aichach. Omstreeks 1120 kwam het geslacht in het bezit van het Beiersche paltsgraafschap. Na de vernietiging van do macht van Hendrik den Leeuw werd Otto van W., die reeds graaf was van Scheyern, Wartenberg, Kelheim en het land aan de Aitrach, door Fred.

I Barbarossa beleend met de hertogelijke goederen in de buurt van München en Regensburg. Het geslacht heeft zich herhaaldelijk in verschillende takken gesplitst. De belangrijkste takken zijn de Pfaltzische linie, welke afstamt van Rudolf van de Pfaltz (gest. 1319), en de Beiersche linie, welke afstamt van Lodewijk IV van Opper-Beieren (gest. 1317). De Pfaltzische linie, in 1356 in het bezit van den keurvorstentitel, splitste zich in verschillende takken [zie PFALTZ, gesch. (Suppl.)], kwam in 1777 na het uitsterven van de Beiersche linie in ’t bezit van Beieren. De vorsten uit deze linie, in 1806 begiftigd met den koningstitel, hebben tot 1918 de reg. in Beieren in handen gehad.

< >