Wilde (oscar o’flahertie) - Engelsch schrijver, 1856—1900, geboren te Dublin, studeerde aldaar en te Oxford. Reeds dadelijk deed hij door zijn cynischen spot en geblaseerde zonderlingheden veel van zich spreken. In 1881 verscheen van hem een bundel gedichten, die zeer geaffecteerd, maar keurig van vorm waren, waarin de invloed van Keats en Swinburne merkbaar is, 1888 verscheen de bundel The happy prince and other tales, verhalen, die zeer schoon van vorm zijn. Een van W.’s voornaamste werken is wel The Picture of Dorian Gray, een soort van artistieke geloofsbekentenis van den schrijver, een boek, dat vanwege zijn perversen inhoud zeer veel aanstoot gaf.
Van eenige tooneelstukken oogstten Lady Windermere's fan (1892), A Woman of no importance (1893), The ideal Husband, The Importance of being Earnest (1895), geestige, luchtige blijspelen, levendig van dialoog en vol paradoxale opmerkingen, algemeenen bijval. In 1893 schreef hij voor Sarah Bernhardt in het Fransch het treurspel Salomé, dat geniale trekken vertoont, maar door enkele afgrijselijke tooneelen ontsierd wordt en dat op het Engelsche tooneel niet opgevoerd mag worden. Vervolgens wijdde hij zich met alle kracht aan de z.g. aesthetische beweging, aan l’art pour-l’art-aesthetiek van Ruskin, welke beweging hij echter door zijn gezichte excentriciteit en eenzijdigheid slechts afbreuk deed. In 1895 werd hij wegens homosexueele vergrijpen tot 2 jaar dwangarbeid veroordeeld. 1898 verscheen zijn laatste werk, de Ballad of Reading Gaol. Hij vestigde zich daarop te Parijs en stierf aldaar als R.-Katholiek, ten gevolge van drankmisbruik en morphine.
Na zijn dood verscheen De Profundis (1906), waarin hij overdenkingen in het tuchthuis te Reading weergeeft. Zie: F. P. Greve, Oskar Wilde (Moderne Essays Berlijn 1903); Karl Hagemann: WildeBrevier (Minden 1904); Salomé, A Tragedy in one act. Transl. from the French with a New Introduction by Robert Ross (1906); Art. Max Meyerfeld in Literarisches Echo 1905, No. 14; Stuart Mason: Bibliography of the Poems of O. Wilde, uitg. Grant Richards Arthur Ransome: O. Wilde (Methuen 1912).
