Whitney

betekenis & definitie

Whitney - (William Dwight), Amerikaansch taalvorscher, 1827—94; van 1854 af prof. in het Sanskrit aan Yale College te Newhaven; hoofdwerken: Language and its study (4de dr. 1884); Life and growth of language (1875); beide voor hun tijd voortreffelijke werken, volkomen geslaagd in het doel des schrijvers met zijn lezingen, waaruit zij ontstonden : belangstelling te wekken voor de taalwetenschap. Zij zijn vertaald in het Duitsch door Jolly, terwijl Language and its study door Beckering Vinckers in sterk uitgebreiden vorm met het oog op het Nederlandsch voor studiedoeleinden is bewerkt (niet in zijn geheel) als : Taal en Taalstudie (I, 2de dr. 1884, II, 1881); Oriental and linguistic studies (1872—74); Sanskrit grammar (4de dr. 1913), uitg. van den Atharva Veda (met Roth, 1856) en vertaling van denzelfden Weda, bezorgd door Lanman, Cambr. (Mass.) 1905. Aan hem is een deel van het Journal of the Amer. Or. Soc. (1897) geheel gewijd.