Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Walaeus (antonius)

betekenis & definitie

Walaeus (antonius) - 1573—1639, geboren te Gent, studeerde te Leiden en aan buitenlandsche Universiteiten, 1602 pred. te Koudekerke bij Middelburg, 1605 te Middelburg zelf. Hij bestreed daar Uytenbogaert, nam deel aan de Dordtsche Synode en stond toen Oldenbarneveldt in zijn laatste uren bij. In 1619 hoogleeraar te Leiden, waar hij een belangrijk aandeel heeft genomen in de vertaling van het Nieuwe Testament voor de Staten-Vertaling.

Van 1622 tot 1632 was hij leider van het Seminarium Indicum ter opleiding van predikanten voor Indië, dat „wegens de kosten” toen weer opgeheven werd. Evenals W. Teellinck trad hij op voor de heiliging van den Zondag in zijn Dissertatio de Sabbatho (1628). Zijn Opera omnia verschenen te Leiden (1647, 2 vol. fol.). Litt.: J. D. de Lind van Wijngaarden, Antonius Walaeus (Leiden 1891, diss.).

< >