Wageningen - gem. in Geld.; 3171 H.A., meest zand en grind en in ’t W. klei. De bodem is in ’t O. heuvelachtig; hier verheft zich de Wageningsche Berg met prachtig panorama over de Betuwe. De gem. telt 11.400 inw., die ten plattelande van landbouw en fruitteelt leven, en langs den Rijn van steen- en pannenfabricatie. In hoofdzaak bevat de gem. de stad W., 1 K.M. v. d. Rijn, die oudtijds langs de stad stroomde ; zij heeft een station der Oosterstoomtram en is door een andere tram met ’t station Ede verbonden.
De eerste nederzetting was op den Berg gevestigd, thans Oud-Wageningen geheeten, waar, naar men wil, ’t oudste Christenkerkje werd gebouwd, waarvan nog een gedeelte der muren over zijn. (Thans is deze plek afgesloten als familiegraf der villa Belmonte). Het sterke kasteel Junushoff werd in de 18de eeuw afgebroken. Het is een welvarende plaats, die door haar schilderachtige omstreken veel bezoek trekt. Zeer belangrijk is (sedert 1918) de Landbouwhoogeschool, waartoe behooren: a. het Instituut voor Landbouwwerktuigen; b. het Instituut voor phytopathologie (plantenziekten) ; c. het Instituut voor veredeling der planten ; d. een Arboretum (boomentuin) ; e. een Pomologische tuin; f. allerlei proefvelden, enz. Ook heeft W. een Rijkslandbouw-proefstation voor Zaadcontrôle en een voor Veevoederonderzoek. Eindelijk nog bezit W. een station voor Maalderij en Bakkerij, o. a. met een laboratorium voor scheikundig, microscopisch en technisch onderzoek van koren en meel. De stad heeft een drukken handel, o. a. in tabak ; ook vindt men er sigarenfabrieken en een likeurstokerij. — Geschiedenis. Waarschijnlijk lag hier de Romeinsche nederzetting, vermeld als Levefano op de Tabula Peutingeriana, elders als Levefanae.
In 838 wordt een villa Wagenuega (waarschijnlijk te lezen: Wageninga) vermeld, in 1125 als Wacheningen d. i. Oud-Wageningen, op den Wageningschen berg gelegen, waarnaast een nieuwe plaats is ontstaan, het Nieuw-Wageningen, dat in 1263 van graaf Otto II stadsrecht kreeg. Nog in 1280 wordt Oud-W. als W. in monte afzonderlijk vermeld. Voor de oudere gesch. moeten wij afgaan op mededeelingen van schrijvers, daar het oude archief bij den zwaren brand in 1662 verloren ging. W. was een der stemhebbende steden van Gelderland, maar van weinig beteekenis. W. speelde een rol in de onlusten tijdens de Plooierij (zie aldaar). Eerst de Landbouwschool, in 1876 gevestigd, in 1896 belangrijk uitgebreid tot Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouwschool, in 1917 tot Hoogeschool verheven, maakte het tot een stad van aanzien. — Litt. J. S. van Veen, Stadsrechten van W. (Verslagen en Mededeelingen der Ver. tot uitg. v. d. bronnen v. h. oude Vaderl. recht III).