Vischer (peter) - geb. 1460 te Ulm, gest. 1529 te Nürnberg. Duitsch beeldhouwer en stichter der beroemde Nürnbergsche beeldhouwerschool in het begin der Renaissance. Reeds in het atelier zijns vaders Hermann Vischer te Ulm, Beoefende hij een nieuwe techniek van bronsgieten, die zoozeer heeft bijgedragen tot de pracht der Nürnbergsche werken. P. Vischer is de ontwerper van tallooze grafmonumenten, die te Nürnberg werden besteld, terwijl ook later zijn zoons Hermann en Peter de jongere een belangrijk aandeel in het bedrijf en in het »ontstaan der kunstwerken hebben gehad.
Als vroegste werken zijn bekend de grafplaten in brons van drie bisschoppen te Bamberg (1492) en van Bisschop Johann IV van Breslau in . den Dom aldaar (1496). Doch de grootste bekendheid verwierf het „Sebaldus”-grafmonument, 1507—1519.; dit was bestemd als omhulsel van een 14de-eeuwsche zilveren sarcophaag, waarin het gebeente van den H. Sebaldus werd bewaard. Latere werken zooals enkele levensgroote figuren aan het grafmonument van keizer Maximiliaan te Sunsbruck hebben de waarde van het Sebaldusgraf niet overtroffen. De stijl is kenmerkend voor de Nürnbergsche school. In Gotischen trant opgebouwd, vertoont het een decoratie, die de naturalistische tendenzen der Renaissance zoekt te beheerschen. Ontegenzeggelijk is hier de invloed van Italië te bespeuren en de eigene wijze, waarop P. Vischer dezen invloed verwerkte, stelt hem op één lijn met A. Dürer, die eveneens zoozeer de Venetiaansche kunst der vroege 16de eeuw bewonderde.
Voor P. Vischer is de plastiek der Lombardi het voorbeeld geweest, de fijnheid en gracie in den stand en bewerking der figuren is in hoofdzaak aan den Venetiaanschen beeldhouwer ontleend. Toch heeft de Nürnbergsche school een eigen karakter, dat voor geheel Zuid-Duitschland van beteekenis is geweest; de roem van het atelier der Vischers heeft zich tot het midden der 16de eeuw te Nürnberg weten te handhaven, terwijl de werken tot in Hongarije, Polen en Bohemen zijn te vinden. Litt.: W. I. Bode, Deutsche Plastik; D. von Schönherr, Geschichte des Grabmals Kaiser Maximilians I, Oesterr. Jahrb. XI 1890.