Vikingerschip - schip van overboordigen bouw, uit de 8ste tot de 10de eeuw, bij de Noormannen in gebruik, met ± 16 tot 24 M. lengte tot 5 M. breed, door riemen voortbewogen. De grootste hadden 32 riemen, 16 aan iedere zij, die door openingen in de 3de plankengang van boven naar buiten gestoken werden en in de opening steun vonden bij het roeien. De riemen waren ± 5 M. lang, konden binnenboord gehaald en de openingen door planken gesloten worden. Bovendien hadden deze schepen midscheeps één mast met zeil.
Gestuurd werd door een stuur, aan stuurboordzijde opgehangen in een klamp ter hoogte van het dolboord, zie fig. Voor- en achtersteven liepen gewoonlijk hooger op dan in de fig. en eindigden in den kop van een dier of ander versiersel. Zij zijn ons goed bekend, daar meermalen exemplaren zijn opgegraven, b.v. in 1880 te Sandefjord, Z.-Noorwegen; een gereconstrueerd v. zeilde met goed gevolg 1893 naar New-York, Litt.: Vogel, Alt Nordische Seefahrten im früheren Mittelalter (Meereskunde, Berlijn 1908).
