Verwerpen (medisch) - ontijdig uitdrijven der vruchten, abortus bij de huisdieren, kan sporadisch en heerschend voorkomen ; het laatste vooral bij runderen en paarden. Elk geval van abortus op zichzelf heeft bij de dieren in den regel weinig beteekenis. Het gaat bijna altijd zonder bijzondere complicaties ; alleen in het laatste derde gedeelte van de drachtigheid gebeurt het wel eens, dat de nageboorte niet mee wordt uitgedreven. Wanneer het verwerpen heerschend optreedt, kan echter de oeconomische beteekenis door verschillende omstandigheden zeer groot zijn.
De oorzaak van den abortus kan zeer verschillend zijn, maar vooral bij heerschend optreden is haast altijd infectie in het spel, bij het rund door den abortusbacil van Bang, den Deenschen onderzoeker, die deze het eerst heeft bestudeerd en beschreven, bij de merrie door een paratyphusbacil, welke het eerst door Smith en Kilborne in Amerika is aangetoond en later ook door De Jong en Van Heelsbergen in ons land is bestudeerd. Deze bacillen ontwikkelen zich voornamelijk in de placenta, dat is de verbinding tusschen den baarmoederwand en het buitenste vruchtvlies, en veroorzaken daar een ontsteking. Wanneer deze een bepaalde hevigheid en uitbreiding heeft verkregen, volgt de abortus. Vooral bij het paard ontwikkelen zich de bacillen ook in het lichaam van den foetus. Bij infectieuzen abortus is het veulen dan ook meestal dood. Bij de bestrijding der ziekte, bij het tegengaan van de verspreiding moet er vooral rekening mee worden gehouden, dat niet alleen de vruchtvliezen en de vruchten de smetstof, de bacillen bevatten, maar ook de uitvloeiing, welke vóór en gedurende eenigen tijd na het verwerpen wordt aangenomen.