Verspijck - (Jhr. Gustave Marie), geb. 1822 te Gent, werd in 1842 benoemd tot 2den luit. bij het Ned. leger, ging in 1846 over tot het Ind. leger. Yan 1864—56 nam hij, als kapitein, deel aan de expeditie naar W.-Borneo, onderscheidde zich van 1859 tot ’65 in de Z.- en O.Afd. van Borneo (waar hij waarn. resident was), werd in 1865 bevorderd tot kolonel en chef van den gen. staf. In 1870 kwam hij, als gen.-majoor, in Indië terug, was 2de bevelhebber bij de tweede Atjèh-expeditie, en werd in 1874, op zijn verzoek, gepensionneerd.
Na zijn pensioen bekleedde hij in Nederland nog verschillende hooge functies (adj.-gen. en grootofficier van het huis des konings, Kanselier der Nederl. orden, enz.). Litt.: o. a. Tijdspiegel 1865 ; Dr. E. B. Kielstra, Beschr. v. d. Atjèh-Oorlog ; W. A. v. Rees, Montrada; id., De Bandjirmasinsche krijg.
