Verduistering - Hij, die opzettelijk eenig goed, dat geheel of gedeeltelijk aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toeëigent, wordt, als schuldig aan v., gestraft met gev.str. van ten hoogste 3 jaren of boete v. t. h. f 60.— (art. 321 Sr.). V., gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonl. dienstbetrekking of van zijn beroep of tegen geldel. vergoeding onder zich heeft, wordt gestr. m. gev.str. van t. h. 4 jaren (art. 322 Sr.). V., gepleegd door wien het goed uit noodzaak in bewaring is gegeven, of door voogden, curators, bewindvoerders, uitvoerders van uiterste wilsbeschikkingen of beheerders van instellingen van weldadigheid of van stichtingen, ten opzichte van eenig goed, dat zij als zoodanig onder zich hebben, wordt gestr. met gev.str. van t. h. 5 jaren (art. 323 Sr.). Zie nog artt. 324 en 325 Sr.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk