Toorenenbergen (johan justus van) - 1822-1903, geb. te Utrecht, waar hij ook studeerde, pred. te Elspeet 1844, te Vlissingen 1848-1864, director van de Utrechtsche Zendings-Vereeniging 1864-69, pred. te Rotterdam 1869-80, prof. in de Kerkgeschiedenis aan de Stedelijke Universiteit te Amsterdam 1880-92, ook in zijn rusttijd werkzaam als kerkhistoricus. Zijn standpunt noemde hij zelf „evangelisch-confessioneel”; hij voelde zich verwant aan Al. Vinet en de ethische richting. Hij schreef o. a.: Bijdragen tot de verklaring, toetsing en ontwikkeling van de Leer der Hervormde Kerk (1852-65); De Christelijke Geloofsleer (1876, 2de dr. 1893); maar vooral van beteekenis zijn zijn historische werken, uitgegeven door de Marnix-Vereeniging, o. a.: Phil. v. Marnix' Godsdienstige en Kerkel.
Geschriften, 5 dln. (1871-1903). Litt.: L. W. Bakhuizen v. d. Brink, Levensbericht van J. J. v. T. (in Levensberichten Maatsch. der Nederl. Letterk., Leiden 1906).