Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Tin (grauw)

betekenis & definitie

Tin (grauw) - een allotrope vorm van het metaal tin, die beneden 18° de stabiele is en waarin dus op den duur alle tin, dat onder die temperatuur wordt gehouden, overgaat. Daar de dichtheid (bij 15°) van dezen vorm slechts 5.8 is tegen 7.28 van den gewonen, witten, bij hoogere temperaturen bestendigen vorm, heeft bij de omzetting een vergrooting van het volume plaats, waardoor de stukken metaal uiteenvallen tot een poeder. De omzetting lijdt als alle dergelijke omzettingen in metalen aan groote vertragingen en vandaar dat het verschijnsel zoo betrekkelijk zelden wordt waargenomen.

Aanwezigheid van den stabielen vorm en aanraking met electrolyten versnelt de omzetting; het is alsof het witte tin door het grauwe besmet wordt. Vandaar de naam „tinpest”, dien men er wel aan heeft gegeven. Vermoedelijk heeft reeds Aristoteles het verschijnsel gekend; de eerste mededeeling uit den modernen tijd dateert van 1851.

< >