Tillandsia - plantengeslacht der Bromeliaceeën, met 248 soorten in trop. Amerika. Zie de plaat Epiphyten, fig. 6 en fig. 8. T. usneoides komt voor van Argentinië tot Carolina. De dunne stengel heeft, evenals een grashalm, knoopen en bladeren.
Uit de oksels ontwikkelen zijstengels en zoo ontstaan bundels tot 3 M. lengte, die voortreffelijk geschikt zijn om vulsel uit te bereiden: Louisiana-mos, Crin végétale, Vegetable hair, Spanish moss, enz. De geheele plant is met schubjes bekleed, die het onmisbare water uit dauw en nevels opnemen. Overigens hebben de meeste T. slechts botanische waarde. Als sierplanten teelt men rosetvormige planten, als fig. 6, met fraaie bloemen, b.v. T. Lindenii, T. dianthoidea, T. cyanea, alle met blauwe bloemen, T. tricolor met rose schutbladeren en paars-witte bloemen, enz. Het zijn warmekasplanten, waarvan de grootste in potten, de meeste echter op hout of kurkschors gekweekt worden. In Engeland rekent men ’t geslacht Vriesia ook hiertoe.