Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Strausz (david friedrich)

betekenis & definitie

Strausz (david friedrich) - 1806—74, theoloog en schrijver, bekend om zijn boek over het Leven van Jezus, dat hij voor een mythologisch opgesierd leven van een Joodsch rabbijn verklaarde. Geb. in Ludwigsburg, leerling van F. C. Baur te Tübingen, werd hij 1831 geheel een volgeling van Hegel te Berlijn. Op grond van deze Hegelsche wijsbegeerte gaf hij 1835— 36 zijn Leben Jesu kritisch bearbeitet (ook in het Nederl. vertaald) uit, dat een storm van verzet wakker riep. Hij werd van zijn academische werkzaamheid ontzet en is nimmer meer benoemd geworden.

In 1840—41 gaf hij Die Christliche Glaubenslehre uit, waarin hij geheel met kerk en geloof brak. Hij wijdde zich een tijdlang aan de politiek en schreef verschillende biografieën, in 1872 zijn laatste werk : Der alte und der neue Glaube, waarin hij geheel het standpunt van het theoretisch materialisme tot het zijne maakte, in den trant van Darwin’s evolutieleer. Litt.: S. Eek, D. F. Strausz, 1899 ; Karl Hawaus, D. F. S., sein Leben und seine Schriften unter Heranziehung seiner Briefe dargestellt, 1901; Th. Ziegler, D. F. Strauss, 1908 (waarin talrijke, niet gepubliceerde brieven en geschriften).

< >