Sterrenhoopen - (Lat. cumuli). In het artikel nevelvlekken werd medegedeeld, dat het aantal st., d.i. der „oplosbare” nevels, voor zoover thans bekend, op ongeveer 1000 te schatten is. Zij zijn soms reeds met het bloote oog (Zevengesternte) of met een binocle in sterren te ontbinden (Praesepe); soms zijn daarvoor de grootste kijkers noodig. Vaak wordt hier de rijkdom aan sterren buitengewoon groot.
Zoo telt men in den st. Messier 13 Herculis 27000 sterren op een oppervlakte, zoo groot als 1/60 van de Volle Maan, terwijl de rijkste Melkwegplekken slechts 500 sterren bevatten op een hemelsegment van de grootte der maanschijf. De st. volgen nauwkeurig het verloop van den Melkweg; de meeste st. zijn eenvoudig als plaatselijke verdichtingen in den Melkweg te beschouwen. Een uitzondering vormen evenwel de „bolvormige” st., die zich, onafhankelijk van den Melkweg, uitsluitend in één hemelhalfrond vertoonen: in de omgeving van den Wagenman komt er geen enkele voor. Zij zijn kenbaar aan den regelmatigen cirkelvorm en aan den ontzaggelijken sterrenrijkdom: de bovengenoemde st.
Messier 13 is er een voorbeeld van. Zoo ook de prachtige st. co Centauri (in Europa niet zichtbaar), die op een oppervlakte zoo groot als de maan eenige tienduizenden sterren bevat. Men kent een 90-tal bolv. st.; verscheidene er van zijn magazijnen gebleken van veranderlijke st. (cumuliden). De afstand der verst verwijderde bolv. st. wordt door Shapley op niet minder dan 200.000 lichtjaren geschat.