Steriliseeren - noemt men het verwijderen of het dooden van alle bacteriën in een stof of een voorwerp, in tegenstelling met conserveeren, waarbij de bact. niet bepaald gedood behoeven te worden, doch alleen in haar ontwikkeling tegengegaan (b.v. bevroren vleesch) en het desinfecteeren, waarvan het doel reeds bereikt is, als alleen de ziekteverwekkende of pathogene bact. zijn gedood. Overigens worden deze begrippen veel met elkander verward. Men steriliseert meestal door verhitting, en wel 1 door waterdamp van 100° (sterilisator) of van hoogere temperatuur (Papiniaansche pot);
2 door droge hitte van althans 150°;
3 door de voorwerpen, b.v. chirurgische instrumenten, te koken. Het verwijderen van de bacteriën geschiedt bij vloeistoffen door deze te filtreeren. De gewone filters van papier of zand zijn hiervoor ontoereikend ; alleen de filters van Chamberland-Pasteur of van Berkefeld, resp. gebakken van porseleinaarde of van diatomeeënaarde, houden in hun fijne poriën de bacteriën tegen. Meestal zorgt men er voor, b.v. door doelmatige verpakking, dat na de sterilisatie geen bacteriën uit de lucht of door aanraking weer de stoffen of voorwerpen kunnen bereiken.