Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Spiegelteleskoop

betekenis & definitie

Spiegelteleskoop - een kijker, waarbij het beeld niet door een lens, maar in het brandpunt van een hollen, bolvormigen of parabolischen spiegel wordt gevormd. De beeldvorming heeft bij den kijker door breking, bij den sp. door terugkaatsing van het licht plaats ; vandaar de namen refractor en reflector. Het gereflecteerde beeld is zuiverder dan het gebroken beeld, omdat bij de terugkaatsing geen chromatische aberratie optreedt ; het is echter in den regel veel zwakker, vooral als men spiegels van metaal (gewoonlijk een legeering van 2 deelen koper en 1 deel tin) gebruikt. Verzilverde glazen spiegels hebben intusschen veel grooter terugkaatsend vermogen, maar de zeer dunne zilverlaag moet telkens worden vernieuwd.

De sferische aberratie is voor den sp. vaak vrij aanzienlijk, terwijl bovendien in den zwaren spiegel gemakkelijk vervormingen optreden, die het beeld bederven. Het groote voordeel van den reflector boven den refractor is wel, dat hier maar één oppervlak nauwkeurig behoeft te worden geslepen, tegen vier bij den achromatischen kijker. Bovendien behoeft het glas van den sp. niet zeer zuiver te zijn. Dit zijn de voornaamste redenen, waarom amateurs, die hun instrumenten zelf wilden maken, steeds hun toevlucht tot den sp. namen. Een klein nadeel van den sp. is weer, dat de waarnemer tusschen den spiegel en het waargenomen object in staat, en dus licht onderschept. Bij W. Herschels groote, eigengemaakte sp., die tot 4 voet doorsnede hadden, kwam dit er niet zoo heel veel op aan : hij stelde den spiegel iets schuin en het beeld werd bij den wand der kijkerbuis gevormd, waar het door het oculair bekeken kon worden. Maar speciaal bij de kleinere sp. zijn er afzonderlijke inrichtingen noodig, om de lichtstralen op geschikte wijze naar het oculair terug te kaatsen. Door Gregory, Newton en Cassegrain werd daartoe een tweede spiegel aangebracht, die van kleine afmeting kan zijn.

De brachyt is een sp. van Cassegrain, waarbij, gelijk bij dien van Herschel, de groote spiegel schuin staat, zoodat het oculair niet achter dezen spiegel maar er naast is geplaatst ; de spiegel behoeft nu ook niet doorboord te worden. De sp. dateert evenals de kijker uit het begin der 17de eeuw, maar vond eerst omstreeks 1670 in de opstelling van Gregory en Newton in de astronomie zijn toepassing, vooral in Engeland. Op het vaste land van Europa gaf men de voorkeur aan kijkers, ofschoon hierbij de groote lengte een bezwaar werd. Ook nadat Dollonds achromatische lens aan dit bezwaar tegemoet was gekomen (zie KIJKER), bleef de sp. in gebruik, vooral toen het Herschel gelukt was, spiegels van groote afmetingen te slijpen. De grootste teleskopen zijn altijd sp. geweest. Die van Lassell had evenals die van Herschel een doorsnede van 4 voet, die van Lord Rosse mat 6 voet. De grootste sp. van den tegenwoordigen tijd zijn die van Parijs (120 c.M.), Melbourne (122 c.M.), Victoria in Canada (182 c.M.) en de befaamde „honderd-inch” van Mount Wilson, die niet minder dan 258 c.M. meet ; dit observatorium heeft ook nog een sp. van 152 c.M. Al deze reuzeninstrumenten zijn als parallaktische kijkers opgesteld.

< >