Soja - Plantengeslacht der Leguminosen, thans meestal met het geslacht Glycine vereenigd. De meest bekende soort is S. hispida (Glycine soja of Glycine hispida), een kruidachtige plant met van den voet af vertakten stengel, drietallige bladeren, kleine violette bloemen in korte trossen en sterk behaarde lijn- of sikkelvormige peulen. (Zie plaat Voedergewassen, fig. 3). Het is een plant van O.-Azië, die in China en Japan wordt gekweekt om de zaden. De sojaboon behoort tot de zeer belangrijke, technische gewassen, al ware het slechts, omdat zij de sojaolie levert, met als bijproduct de sojakoeken, van waarde als veevoer.
Daarnaast echter kan de boon zelf ook nog meer dan thans voor menschelijk voedsel van beteekenis worden. De voor de toebereiding van sausen gebezigde Japansche „soja” wordt uit de boonen door een typische gisting verkregen. Ten slotte wordt de gerooste sojaboon hier en daar als koffiesurrogaat gebruikt. De olie wordt gewonnen door uitpersen der sojaboonen. Zij kan voldoende geraffineerd worden, om, vooral na hydreering (zie VETHARDING), voor menschelijke consumptie geschikt te zijn. Zij behoort tot de half-drogende oliesoorten: verhardt dus op den duur aan de lucht.