Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Sneeuwhoen

betekenis & definitie

Sneeuwhoen - Lagopus, een boschhoen van gedrongen gestalte, met korten snavel en korte, met haarvormige veeren bekleede pooten. De kleur van het vederkleed wisselt af met het jaargetijde, zoo aardkleurig in den herfst, wit in den winter. In het N. van de Oude en Nieuwe wereld leeft het groote Sn. (L. albus); in de Alpen, Pyreneeën, het Schotsche Hoogland en verder in het N. het gewone Sn. (L. mutus), de „grey ptarmigan” van de Engelschen; deze vorm bezoekt ’s winters ons land wel eens; wordt sterk gejaagd. Zie plaat Arctische fauna, fig. 13.

< >