Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Skagerrak

betekenis & definitie

Skagerrak - zeegat, 20 K.M. breed ten N. van kaap Skagen; de Noorsche voor loopt in het Sk. uit. Het zoutgehalte is veranderlijk, vertoont een minimum in het voorjaar, een maximum in het najaar. In het voorjaar ligt de isokaline van 35‰ op 140-170 m., anders op 40 tot 90 m. In de Skandinavische oceanografische litteratuur, welke zich veel met de beweging en de physische eigenschappen van het water in het Sk. bezig houdt, onderscheidt men oceaanwater met zoutgehalte ≧ 35‰, Noordzeewater 34-35‰ bankwater 23-34‰. Het verval van het getij is klein, 0,3 a 0,4 m.; de getijgolf vertoont hier het type van een staande golf.

De opp. stroom loopt als onderdeel van den betr. zoeten Baltischen stroom het geheele jaar om de West, naar de Noordzee. Hij is het sterkst in den zomer en neemt tegen het najaar in snelheid en afmetingen (zoowel in horiz. als vertik, zin) af. In de diepte-lagen loopt het zoute water naar de Oostzee.

< >