Sikhs of seikhs (leerlingen of jongeren) - de naam van een godsdienstig genootschap in Britsch-Indië, dat in Punjab aldaar een afzonderlijken staat vestigde ; de stichter dezer secte, Nânak, in 1469 geb., besloot een vereeniging tusschen Hindoes en Mohammedanen te bewerken. Na zijn dood, 1539, breidde zich de godsdienstige yereeniging meer en meer uit. Daar de S. evenzeer den Koran als de Wedas verwierpen, wekte dit de vijandschap der Mohammedanen en Brahmanen op. Gowind Singh (1675—1708) werd de stichter van den staat der S., wist de zijnen tot een onafgebroken oorlog met de Mohammedanen op te wekken en gaf hun deswegen den naam van Singhs (leeuwen).
Gowind werd in 1708 door een Afghaan vermoord. Den Groot-Mogol gelukte het, hen te verslaan ; later traden de S. als roovers weder te voorschijn. In 1792 werd Randzit-Singh alleenheerscher over de bandelooze bondsrepubliek der S. Zijn rijk, Lahore genaamd, breidde zich over den geheelen Punjab en verder in Indië uit; door de Engelschen onderworpen en na den opstand in 1848 ingelijfd. De „bijbel” der S. is het geheel metrische boek „AdiGranth” („oer-boek”) geheeten, berustend op de geschriften van den stichter der sekte en samengesteld in 1604. De leer der S. is monotheïstisch ; idolatrie is bij hen verboden ; toch vereeren zij hun „granth” als een soort van godheid. Nânak’s voorstelling van het goddelijk wezen is eerder pantheïstisch dan theïstisch. Hun geestelijk hoofd draagt den titel „Goeroe”.