Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Selderij

betekenis & definitie

Selderij - (Apium graveolens), behoort tot de fam. der Umbelliferae en is een vrij belangrijke groenteplant. Er komen verschillende vormen van voor, n.l. Struik- of Snijselderij, Knolselderij (zie aldaar) en Bleekselderij. De eerste kweekt men als soepgroente en wel op sommige plaatsen, zooals in de Amsterdamsche slatuinen, op vrij groote schaal. Zij komt er niet alleen in den vollen grond, maar eveneens onder glas voor, ten einde er ook den geheelen winter over te kunnen beschikken.

Men teelt ze voort door zaad, dat dicht opeen uitgezaaid wordt, terwijl de jonge planten op slechts korten afstand van elkaar worden geplant. Het blad blijft daardoor fijner, de bladstelen worden minder vezelig en het product is daardoor als soepgroente beter geschikt. De bleekselderij vormt een groente, die op geheel andere wijze, n.l. in gestoofden toestand, ongeveer zooals andijvie, gebruikt wordt. In tegenstelling met de snijselderij moet hier elke plant zich onbelemmerd en forsch kunnen ontwikkelen. Daarom plant men ook op betrekkelijk grooten afstand, n.l. 40—60 c.M., op en tusschen de rijen. Om den groei nog meer te bevorderen, zaait men al vroeg (Febr.—Maart) onder glas, zoodat in Mei reeds vrij groote planten in den open grond kunnen worden uitgepoot. Eenigen tijd vóór den oogst worden de bladeren der planten samengebonden en aangeaard, teneinde de bladstelen te bleeken, vandaar de naam bleekselderij. Sommige soorten, die van nature een geelachtige kleur hebben, zooals White Plume en Golden Self Blanching, zijn zeer gewild.

< >