Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Schweizer (alexander)

betekenis & definitie

Schweizer (alexander) - (1808—88), dogmaticus en praktische theoloog, de trouwste leerling van Schleiermacher in zijn latere periode, geb. in Murten (Kanton Freiburg), 1834 docent, 1844 gewoon hoogleeraar te Zürich. Hij was Gerei theoloog, maar door Schleiermacher boven het verschil der belijdenissen uitgebracht. Met het begrip van volstrekte afhankelijkheid van God verbindt hij het Gerei praedestinatiebegrip en ziet de theologie als determinisme in drie fasen: die der natuur (heidendom), der wet (Jodendom), der verlossing (Christendom), J. H. Schölten is van hem afhankelijk. Hij schreef o. a. Glaubenslehre der evang.

Reform, Kirche (1844—47); Die Protest. Zentraldogmen (1845); Die Christi. Glaubenslehre (1863). Zijn autobiografie werd door zijn zoon Dr. Paul Schw, 1889 uitgegeven.

< >