Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Schücking

betekenis & definitie

Schücking - (Levin), Duitsch schrijver, geb. 1814 in Munsterland, gest. ’83 in Pyrmont, wiens cultuurhistorische romans en vertellingen eens veel gelezen werden; het zijn goede en degelijke werken van slechts te geringe diepte. Het hoogst staan: Die Ritterbürtigm (1846); Eine Römerfahrt (1848); Der Bauernfürst (1851); Paul Bronckhorst (1854) en Luther in Rom (1870), Sch. was een vriend en raadgever van zijn groote landgenoote Annette von Droste—Hülshoff, een vriendin zijner moeder.

< >