Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Schottel

betekenis & definitie

Schottel - (Justus Georg), gewoonlijk Schottelius genoemd, Duitsch letterkundige, geb. te Einbeck 1612, gest. te Wolfenbüttel 1676, waar hij hoofd van het consistorie was, nam deel aan de z.g.n. Fruchtbringende Gesellschaft (ter verheffing der moedertaal), schreef eenige voor dien tijd baanbrekende en verdienstelijke werken: Teutsche Sprachkunst (1641); Der Teutschen Sprache Einleitung 11643) ; Teutsche Versoder Reimkunst (1645) en het belangrijkste: Die deutsche Hauptsprache (1663); zijn wereldsche gedichten zijn te nuchter, de godsdienstige te speelsch, hoewel enkele ervan veel gezongen werden; zijn drama Friedens Sieg (1642) is uitgegeven door Koldewey (Halle, Niemeyer).

< >