Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Schaper

betekenis & definitie

Schaper - (Johan Hendrik Andries), Nederl. sociaal-democraat en staatsman, geb. 1868 te Groningen, bezocht daar de teeken- en schildersschool („Minerva”), besteedde reeds als huisschilder (tot 1890) zijn vrijen tijd aan zelfstudiën, was van 1897—1905 lid van den Groningschen Gemeenteraad, zat van 1898 tot 1902 in do Prov. Staten van Groningen, sedert 1920 in die van Zuid-Holland en is sinds 1899 lid van de Tweede Kamer, waar hij een der voormannen is van de S.D.A.P.-partij, die hij met Troelstra en Vliegen e. a. in 1894 vormde, toen zij zich afscheidden van de soc.democratische partij. Van 1913—17 was hij Onder-Voorzitter der Tweede Kamer. Verschillende bladen van zijn partij redigeerde hij achtereenvolgens, zoo „de Socialist”, „de Wachter”, „de Strijd”, terwijl hij vaste medewerker is van „Het Volk” en van het ,,Arbeidersjaar boekje” (jaarboekje der S.D.A.P.). Hij gaf als brochures o. a.: Op de bres (1905) ; Het groote leven in (1907) ; Strijdzangen voor het Volk (1907) ; Na 25 jaar (1910) ; De Zwolsche Beslissing (1913); De Arbeidswet van 1919 (1919).

Steeds deed hij zich kennen als hervormingsgezind tegen revolutionnaire neigingen en wist meermalen in de Kamer resultaten te bereiken. In 1911 diende hij met eenige collega’s een wetsvoorstel in tot invoering (na overgangstijd) van den achturigen werkdag, dat ten slotte werd achterhaald door de Arbeidswet 1919. De maatregelen tegen prijsopdrijving in 1914 en volg. jaren zijn voor een groot deel aan zijn invloed te danken, zoo b.v. de prijzenwet Aug. 1914.

< >